banner728x90def
Redactioneel

Mijn eerste keer… als medewerker van de faillissementscurator

Toen ik nog in de collegebanken zat, werd tijdens het vak insolventierecht een gastcollege verzorgd door een advocaat/curator uit de praktijk. Hij vertelde vrij sensationele verhalen over hoe hij verdwenen activa wist te traceren. Daarnaast keek hij tijdens de eerste bespreking altijd goed in wat voor auto de gefailleerde aan kwam rijden en wat voor horloge hij of zij droeg. Vertegenwoordigde zo’n auto of horloge enige waarde, dan werden deze direct ingenomen. Hoewel het spannend klonk, leek het mij allemaal wat vergezocht. Als zo’n failliet al bepaalde vermogensbestanddelen achter wilde houden, dan kwam hij heus niet bij de eerste bespreking in een dure bak aanrijden. In één van de eerste faillissementen waarin ik meewerkte bleek die aanname echter niet te kloppen.

Het betrof een faillissement van een natuurlijk persoon, waarin een kantoorgenoot tot curator werd aangesteld. Gefailleerde was ook als bestuurder/aandeelhouder verbonden aan een klein kerstboompje van vennootschappen. Zoals te doen gebruikelijk, werd gefailleerde uitgenodigd op ons kantoor voor een eerste bespreking. Tot onze verbazing kwam gefailleerde aanrijden in een knalrode Hummer. Uiteraard was de Hummer niet van gefailleerde zelf,  maar was deze ‘geleend’ van een vriend. Dat deed bij ons al de wenkbrauwen fronsen. Wat ook niet meehielp was dat tijdens de bespreking een aantal bankbiljetten met vrij hoge waarde uit de zak van gefailleerde vielen. Ja, het gebeurde echt! Kortom, nader onderzoek leek ons wel op zijn plaats.

Problematisch bij dit onderzoek was echter dat gefailleerde een handige jongen was en wij geen bewijs hadden dat hij de auto in eigendom had. Opgaven van het RDW en de Belastingdienst werden destijds nog niet zo snel ontvangen als nu. Wat ook speelde was dat gefailleerde had verklaard geen baan te hebben, maar dat wij van derden hoorden dat hij gewoon zijn oude baan nog had en iedere dag werkte. Voor mij als beginnend advocaat was de sensatie natuurlijk compleet toen de curator bedacht om een onderzoeksbureau in te schakelen. Naar mijn idee van toen gebeurde dat enkel in films. Maar wij huurden dus iemand in die voor het ‘oude’ werk van gefailleerde in de bosjes ging liggen en ons foto’s verstrekte van verschillende dagen en verschillende tijdstippen waarop de bestuurder zich daar bevond. En wat bleek, hij verscheen iedere dag in de knalrode Hummer. Gefailleerde wekte bepaald niet de indruk de auto ooit terug te zullen brengen naar zijn ‘vriend’.

Eenmaal met deze foto’s geconfronteerd, was gefailleerde na stevig doorvragen bereid om ons te vertellen dat hij de knalrode Hummer kort voor het faillissement aan een gelieerde vennootschap had verkocht (de informatie van het UWV/de Belastingdienst was inmiddels ook ontvangen). Uiteraard voor veel te weinig geld, waardoor een faillissementspauliana gemakkelijk kon worden ingeroepen. De Hummer kwam zo weer terug in de boedel en kon verkocht worden ten behoeve van de schuldeisers.

In geen van de faillissementen die ik daarna als medewerker van de curator en later zelf als curator heb behandeld, heb ik zoiets nog meegemaakt. Gefailleerden komen inderdaad altijd in een oude barrel aanrijden en ze hebben nooit een Rolex om. Bijna nooit moet ik dus zeggen, want de curator uit mijn studententijd had die sensationele verhalen kennelijk toch niet helemaal uit zijn duim gezogen.

Linde van Dieren-Muller, advocaat bij Van Benthem & Keulen te Utrecht