banner728x90def
Jonge Balie

Best practices studieverlof beroepsopleiding advocaten

Utrecht, september 2015

Met de invoering van de Beroepsopleiding Advocaten (BA) in 2013 werd een ingrijpende wijziging van de advocatenopleiding beoogd. Namelijk een niet-vrijblijvende opleiding van hoog niveau1. Deze ambities vertaalden zich aanvankelijk in een opleiding van ca. 2,5 jaar, een hogere studielast en twaalf toetsen. Vast stond dat dit voor de kantoren en de advocaatstagiaires een extra tijdsinvestering zou betekenen.

In haar rol van belangenbehartiger van de jonge advocaat en intermediair tussen de lokale balieverenigingen en de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA), nam de Stichting Jonge Balie Nederland (SJBN) kennis van de aan haar geuite zorgen over de mate waarin kantoren
in de praktijk rekening houden met deze tijdsinvestering.

Via de door de SJBN ingestelde klankbordgroepen en de aan haar toevertrouwde informatie tijdens vergaderingen met het College van Afgevaardigden bereikten de SJBN terugkerende geluiden over de door de stagiaires ervaren zware studielast. Een meermaals uitgesproken zorg betreft bovendien de omstandigheid dat een gedegen voorbereiding voor de toetsen en de huiswerkopdrachten, de opname van verlofdagen vereist, dan wel op andere wijze een opoffering vergt van de vrije tijd van de stagiaire naast een fulltime baan. Kantoren lijken van deze door stagiaires extra bestede tijd niet doordrongen en nemen nog altijd de oude Beroepsopleiding als uitgangspunt voor beleid met betrekking tot studieverlof, voor zover kantoren een beleid hanteren.

Initiatief best practices

De SJBN heeft zich tot taak gesteld zogenaamde Best Practices op te stellen waarmee stagiaires het onderwerp studieverlof op hun kantoor bespreekbaar kunnen maken.

Sinds dit voornemen van de SJBN, is de BA in opdracht van de NOvA uitgebreid geëvalueerd. Deze evaluatie heeft in juni 2015 geleid tot diverse maatregelen die deels per direct, dan wel binnen afzienbare tijd zijn of worden ingevoerd. Deze maatregelen hebben geleid of zullen nog leiden tot een verlichting van de studielast, de halvering van het aantal toetsen en een verkorting van de opleiding2.

De SJBN heeft naar aanleiding van deze maatregelen haar ideeën over de wijze waarop de Best Practices moeten worden vormgegeven moeten bijstellen. De verlichting van de studielast wil echter niet zeggen dat de Best Practices overbodig zijn.

Het doel van de Best Practices, een voor stagiaires en kantoren aanbevolen benaderingswijze voor studieverlof op basis van de actuele situatie, is nog steeds actueel.

De SJBN realiseert zich dat, gelijk aan de in juni 2015 door de NOvA doorgevoerde maatregelen, niet iedere stagiaire die momenteel de BA volgt evenveel baat bij de Best Practices zal hebben, nu een deel van de stagiaires de BA voor het overgrote deel reeds heeft doorlopen.

Totstandkoming best practices

Omdat de meest gehoorde klacht met betrekking tot het verlenen van studieverlof was dat kantoren vasthielden aan het beleid dat in het kader van de oude Beroepsopleiding was vastgesteld, heeft de SJBN de studielast van de oude Beroepsopleiding vergeleken met de studielast van de BA. Het aantal dagdelen onderwijs in één jaar, de in aanmerking genomen voorbereidingstijd uitgedrukt in dagdelen, en het aantal toetsen per toetsperiode waren in deze vergelijking van doorslaggevende aard.

Daarnaast heeft de SJBN een onderzoek gedaan naar het beleid omtrent studieverlof bij ca. 100 kantoren verspreid over alle arrondissementen, met een orde van grootte van 3 tot 232.

Daarbij zijn vragen gesteld als: ‘beschikt het kantoor over beleid in het kader van studieverlof’, ‘is het beleid gewijzigd ten opzichte van de oude beroepsopleiding’ , ‘hoeveel dagen studieverlof worden verleend voorafgaand aan toetsen’, ‘hanteert het kantoor ook beleid voor verlof anders dan voor toetsen’, ‘wordt in het beleid onderscheid gemaakt tussen 1e, 2e en 3e jaars advocaat stagiaires’, ‘wordt er rekening gehouden met de opleiding bij het vaststellen van de urennorm/omzetnorm’. Daarnaast is onderzocht of de recente wijzigingen in de BA naar aanleiding van de tussentijdse evaluatie hebben geleid tot een wijziging van het beleid.

Onderzoeksresultaten

Met name de grotere kantoren hanteren (schriftelijk) beleid. Bij kleinere kantoren wordt veelal geen beleid gehanteerd maar worden studieverlofdagen in overleg verleend, waarbij meer dan eens het initiatief van de stagiaire wordt afgewacht. Andere kleinere kantoren hanteren wel beleid maar hebben dit niet op schrift gesteld. De voornaamste reden hiervoor is dat iedere stagiaire anders is, en het logischer lijkt om maatwerk toe te passen dan van iedere stagiair te verwachten op dezelfde wijze om te gaan met studeren.

Het merendeel van de bevraagde kantoren met beleid, verleent stagiaires twee studieverlofdagen exclusief de dag van de toets. Een veelgehoorde reactie bij kleinere kantoren is dat het kantoor 50% van de door de stagiaire opgenomen verlofdagen voor rekening neemt, hetgeen vaak resulteert in twee studieverlofdagen.

Weinig kantoren hebben hun beleid sinds de invoering van de BA aangepast. Geen enkel kantoor had het beleid aangepast naar aanleiding van de recente wijzigingen in de BA. Slechts enkele kantoren verlenen studieverlof anders dan voor toetsen. Het merendeel van de kantoren houdt wel rekening met een lagere omzetnorm/urennorm vanwege de opleidingsverplichtingen, als er al een norm wordt gehanteerd. Bij meerdere kantoren is een dergelijke norm gedurende de stageperiode in het geheel niet aan de orde.

In bijzonder negatieve zin vielen enkele kantoren op die in de invoering van de BA aanleiding zagen hun tijdens de oude Beroepsopleiding gehanteerde beleid aan te passen in die zin dat in het kader van de BA geen verlof meer wordt verleend. Deze kantoren redeneren dat de toetsen in het kader van de oude Beroepsopleiding doordeweeks werden afgenomen, zodat de stagiairs op de dag van de toets vrij kregen. In het kader van de BA vinden toetsen veelal in het weekend plaats, zodat volgens deze kantoren geen verlof meer zou hoeven te worden verleend.

In bijzonder positieve zin vielen kantoren op die per toetsperiode vier dagen studieverlof verlenen. Daarnaast kantoren die twee dagen studieverlof verlenen voorafgaand aan de toets, maar stagiaires ook een dagdeel per week in de gelegenheid stellen om op kantoor te studeren of huiswerk te maken.

Uit de omstandigheid dat kantoren in negatieve zin zijn opgevallen, leidt de SJBN af dat Best Practices bestaansrecht hebben. Daarbij realiseert de SJBN zich ook dat studieverlof moet worden gekwalificeerd als een secundaire arbeidsvoorwaarde waarin kantoren vanzelfsprekend de vrijheid hebben om te differentiëren. Kantoren die in bijzonder positieve zin zijn opgevallen, kunnen in het licht daarvan niet zonder meer als voorbeeld dienen, nu niet duidelijk is in welke ‘context’ van (overige) arbeidsvoorwaarden dit beleid wordt toegepast.

Verwachting en vertrouwen

Op basis van het door de SJBN verrichte onderzoek, verwacht de SJBN dat twee dagen studieverlof per toetsdag – de toetsdag zelf niet inbegrepen – ongeacht de vraag of het een eerste kans of een herkansing betreft, bijdraagt aan een gedegen voorbereiding zonder van de stagiaire te verlangen om, strijdig met de recuperatiefunctie van verlof, een onevenredig aantal ‘eigen’ verlofdagen in te zetten.

De SJBN vertrouwt erop dat stagiaires in het eerste en het tweede leerjaar op hun kantoren bespreekbaar kunnen maken hen gedurende onderwijsweken twee dagdelen per maand in de gelegenheid te stellen tijdens kantooruren te studeren of huiswerk te maken.

De SJBN raadt stagiaires en kantoren ten slotte aan regelmatig met elkaar in overleg te treden teneinde de studielast van de BA en de invloed daarvan op hun werkzaamheden als advocaat te evalueren.

De SJBN neemt zich voor het aan dit document ten grondslag liggende onderzoek, uiterlijk in 2018 te herhalen.

Namens Stichting Jonge Balie Nederland
Portefeuillehouder Opleidingen

Noëlle Bynoe

1 Met recht advocaat, een nieuwe opleiding: de Stagiaire-Opleiding, NOvA, 20-10-2010
2 Tussentijdse evaluatie Beroepsopleiding Advocaten, Eindrapportage 9 juni 2015