Geachte collegae en confrères,
De locatie, waarop we elkaar in deze namiddag treffen in het kader van de algemene ledenvergadering is niet zomaar gekozen. De Sterrenwacht in Utrecht. Het kijken naar de stand van de sterren vormt een reflectie op waar men staat. Dat geldt ook voor de advocatuur. Wanneer we kijken naar hoe het gesternte van de advocatuur vorm wordt gegeven, dan zijn daar best een paar zaken die ik u kort kan voorhouden. Daar kom ik zo op terug.
Traditiegetrouw staan we eerst stil bij de advocaten, die in het afgelopen jaar zijn overleden.
- Mr. Gideon Jurgens is overleden op 11 september 2015. Mr. Jurgens was als advocaat in dienstbetrekking werkzaam bij Sun Chemical Group in Weesp. Uit de berichtgeving rondom zijn overlijden heb ik kunnen opmaken, dat mr. Jurgens zeer betrokken was bij de onderneming waarbinnen hij werkzaam was en als gevolg van een slopende ziekte zijn nog jonge gezin veel te vroeg heeft moeten verlaten. Mr. Jurgens is 49 jaar geworden.
- Afgelopen weekend is overleden mr. Arnold Fijn van Draat. Eén van de grondleggers van het kantoor ATM Advocaten in Utrecht. Mr. Fijn van Draat wordt gekenschetst als een gepassioneerd advocaat, die te allen tijde paraat stond voor zijn cliënten. Hij was niet te beroerd om tot diep in de nacht door te werken. Het kantoor omschrijft mr. Fijn van Draat als een markant persoon en uniek, aimabel mens. Mr. Fijn van Draat zou dit jaar 55 geworden zijn en ook hij is daarmee veel te vroeg overleden.
Ik verzoek u te gaan staan en met mij een minuut stilte in acht te nemen om de overleden baliegenoten te gedenken.
Eerste ervaringen nieuwe regelgeving
Op 1 januari 2015 is de gewijzigde Advocatenwet en de nieuwe Verordening op de Advocatuur in werking getreden. Vanuit het oogpunt van toezicht is zonder meer de meest ingrijpende wijziging het feit dat de deken ook bestuurlijk kan handhaven. Het opleggen van een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom. Ik heb mij bij de totstandkoming van die nieuwe bevoegdheden meer dan eens de vraag gesteld wat de toegevoegde waarde is van die bestuurlijke handhaving naast de reeds functionerende tuchtrechtspraak. Bij een last onder dwangsom kan ik mij daar nog iets bij voorstellen; dat is een effectief middel om een weigerende advocaat snel tot gedragsverandering te brengen. Wat betreft de bestuurlijke boete blijf ik van mening, dat het sanctiearsenaal van de tuchtrechter nog altijd meer impact heeft dan het opleggen van een dergelijke boete.
We hebben als dekens begin 2015 een vijftal speerpunten benoemd wat betreft overtredingen waarvoor een bestuurlijke boete zou kunnen worden opgelegd. In mijn dekenrede van vorig jaar ben ik daarop ingegaan en het doet mij deugd om te constateren, dat er in ons arrondissement dit jaar geen enkele boete is opgelegd. Wel heb ik overwogen om een last onder dwangsom op te leggen, maar dat traject werd nu weer geblokkeerd door het feit dat het een overtreding van gedragsregels betrof, die nu juist weer niet via de weg van de bestuurlijke handhaving kan worden gesanctioneerd.
In den lande zijn wel enkele lasten onder dwangsom opgelegd, waarbij u vooral moet denken aan advocaten, die de praktijk uitoefenen zonder voor de beroepsaansprakelijkheid deugdelijk verzekerd te zijn. In die situaties blijkt de last onder dwangsom wel een effectief middel om de betrokken advocaat tot gedragsverandering te bewegen.
Een facet dat veel advocaten nog onvoldoende op hun netvliet hebben, is ongetwijfeld de Wwft. Sinds 1 januari jl. is de deken ook toezichthouder in het kader van de Wwft. Met name bij kantoorbezoeken wordt steevast gevraagd of de betrokken advocaat c.q. het advocatenkantoor zaken behartigt en diensten verleent in het kader van de Wwft. Maar al te vaak horen we dat dat niet het geval is. Daarbij rijst de vraag of een advocaat niet veel te makkelijk antwoordt, dat hij geen Wwft-gerelateerde diensten verleent, terwijl in de praktijk daar al heel snel aan wordt voldaan. Het zou een goede ontwikkeling zijn wanneer iedere advocaat zich bekwaamt in de Wwft, al is het alleen maar om goed te kunnen detecteren, wanneer die Wwft in beeld komt en wanneer dat niet het geval is.
Advocatuur in het nieuws
De advocatuur in het nieuws is als een getijde, waarbij de stormvloed van de afgelopen maanden wordt gekenschetst door de discussie rondom de gedragsregel 2 lid 2 en bericht van de dekens, dat de diverse websites waaraan advocaten verbonden zijn, zullen worden getoetst aan de vraag of die websites en de daarin gemaakte afspraken zich verhouden tot gedragsregel 2 lid 2.
Er werd in de media veel gereageerd. Niet door de advocaten die aan dergelijke websites deelnemen. Het waren juist de initiatiefnemers van de websites, die in de pers hun verhaal hielden met als gemeenschappelijk kenmerk: de dekens zijn stierlijk verouderd en weten niet meer wat er heden ten dage speelt.
De dekens hebben hele andere ervaringen. Veel advocaten hebben melding gemaakt van de sites en initiatieven waaraan zij verbonden zijn. Dat levert een heel breed veld op van zeer uiteenlopende initiatieven en sites en ook zeer uiteenlopende afspraken daaromtrent. Het gaat niet aan om de dekens daarin tomeloos ouderwets te noemen. We hebben nu eenmaal een gedragsregel, die onze onafhankelijkheid bewaakt en die voorkomt, dat we andere belangen krijgen bij het behandelen van een bepaalde zaak, dan uitsluitend het belang van de cliënt. Het is een reeds lang bestaande gedragsregel, die ook in 2016 nog steeds actuele waarde kent en waarop mijns inziens moet worden gehandhaafd. Dat versterkt de kernwaarde van de advocatuur. Dat die actie van de dekens een doorn is in het oog van slimme internetverkopers vormt enkel een bevestiging van het feit dat de dekens en wij als advocaten op de goede weg zijn.
De laatste twee, drie weken is erg actueel in het nieuws de verhoorbijstand, die ook meerderjarige verdachten in het strafproces vanaf 1 maart jl. kunnen krijgen. Voor werkelijk een beschamende fooi wordt van advocaten verwacht, dat zij de verhoren van hun cliënt bijwonen en dat dan ook nog op een tamelijk passieve wijze. De regie van het verhoor blijft bij de verhorende verbalisanten en de invloedsmomenten van de advocaat zijn erg beperkt. Gisteren vond plaats het kort geding, dat de specialistenvereniging strafrecht heeft aangespannen tegen de overheid. De uitspraak moet nog volgen, maar het is maar zeer de vraag of dat kort geding in ieder geval op financieel vlak meer perspectieven voor de advocaten gaat brengen. Hier zie je dat een element dat bijdraagt aan de rechtsstaat, te weten een advocaat bij het verhoor, dreigt te worden getorpedeerd door financiële belemmeringen en blokkades. En zo vormt het in feite een soort van verschraling van de rechtsstaat.
Werkzaamheden Bureau en de ICT
Er is een tweetal aspecten die ik u wil voorhouden, omdat zij in financieel opzicht consequenties voor u zullen hebben. Zij vormen namelijk de aanleiding om, zoals u zo dadelijk zult zien in de begroting, aan de vergadering voor te stellen om de hoofdelijk omslag lokaal te verhogen met een bedrag van € 50,– per advocaat. Dat is een forse verhoging, die we in deze mate nog niet eerder hebben gehad. Maar we ontkomen er niet aan. Op dit moment is Midden-Nederland het arrondissement met de laagste hoofdelijke omslag. En dat blijven we, ook na de verhoging van € 50,–.
Er zijn twee componenten, die de verhoging noodzakelijk maken. Het lokale component is de werkdruk op het bureau. De hoeveelheid klachtverwerking, onderzoeken naar advocaten, kantoorbezoeken, CCV-afwikkeling en de portefeuille stagiaires maakt dat we dat met de bezetting op het bureau niet meer goed konden behappen. Het bureau is uitgebreid met een stafmedewerkster en ook met een secretaresse en met die uitbreiding komen we op het niveau dat door de heer Hoekstra in zijn onderzoek naar de werking van het tuchtrecht en de lokale orden ook aangeeft als een aanvaardbaar niveau. Hoekstra zegt, dat in een arrondissement met de omvang van het onze, een ondersteuning van 7 fte. nodig is en met de mensen die we hebben aangetrokken, komen we op die 7 fte.
De tweede reden, die de verhoging van de hoofdelijke omslag verklaart, is het landelijk ICT-project. Momenteel werkt de orde met een ICT-programma, genaamd OneDirect. Dat is een sterk verouderd programma, dat voor allerlei nieuw opkomende functionaliteiten is uitgebreid en inmiddels is er dusdanig aan gesleuteld en versleuteld, dat het programma uit zijn voegen breekt, zeer inefficiënt werkt en eenvoudigweg aan vervanging toe is. De dekens hebben gezamenlijk opdracht gegeven om een nieuw ICT-netwerk in het leven te roepen voor alle lokale ordes, aan welk nieuwe systeem ook de Nederlandse Orde is gekoppeld en de raden en het Hof van Discipline. De kosten voor dit nieuwe ICT-systeem komen uit op € 60,– per advocaat. Door de dekens is als vuistregel afgesproken, dat we die kosten dit jaar en komend jaar in de hoofdelijke omslag opnemen en dat verklaart waarom we zo dadelijk uw instemming vragen met die voorgestelde verhoging van € 50,–.
Wees bedacht op!
Ik volg al vele jaren de strafrechtopleidingen van de gebroeders Anker, die erg toegankelijk zijn en ook veel weg hebben van het optreden van een cabaretier, maar dan met juridische inhoud. Zij besluiten vaak met een aantal tips, waarvan zij aangeven dat zij direct toepasbaar zijn in de dagelijkse strafrechtpraktijk. Ik heb voor u wat tips die direct toepasbaar zijn in uw advocatenpraktijk. Aspecten waar u bedacht op moet zijn.
- Wet datalekken. De Wet datalekken is sinds zeer recent van kracht en voorziet in het feit dat u als dienstverlener een protocol moet hebben hoe u omgaat met vertrouwelijke persoonsgegevens en wat u doet wanneer er een drager van privacygevoelige persoonsgegevens uit uw macht verdwijnt en dus het risico loopt openbaar te worden. Denk aan een hack in uw computersysteem, maar denk evenzeer aan de laptop, die u vergeet in de trein of die uit uw auto wordt gestolen. U dient een protocol te hebben hoe met dergelijke situaties wordt omgegaan en wanneer het u overkomt, dient u daarvan melding te maken. Op de overtreding van de Wet datalekken staan hoge boetes; dusdanig hoog zelfs dat de orde onderzoekt of zij de verzekerde som van haar eigen aansprakelijkheidsverzekering daarvoor wil verhogen.
- De waarneming van uw praktijk. Met name voor eenmanskantoren of kleinere kantoren is het van belang om de waarneming ingeval van afwezigheid goed te hebben geregeld. U dient dat schriftelijk te hebben geregeld en zonder enige vrijblijvendheid. Er moeten bindende afspraken zijn tussen de advocaat die moet worden waargenomen en de waarnemer. Op 1 februari jl. heeft de Raad van Discipline een advocaat een waarschuwing gegeven voor het feit dat die de waarneming onvoldoende had geregeld. Het was niet schriftelijk vastgelegd en de waarnemer had een wat vrijblijvende houding aangenomen waarin hij een bepaalde zaak wel had waargenomen, maar in een andere zaak geen trek had. Juist die andere zaak liep de mist in en dat leverde een tuchtrechtelijk verwijt op aan de advocaat die de waarneming dus onvoldoende bindend, onvoldoende strak had geregeld.
- De derde tip die ik u meegeef dames en heren is die van de opdrachtbevestiging. Maar al te vaak blijkt ons dat de opdrachten, die advocaten aanvaarden, onvoldoende deugdelijk en onvoldoende helder worden vastgelegd. Dat is niet juist. Een opdrachtbevestiging dient ertoe, dat u weet wat u moet doen, dat de cliënt weet wat hij kan verwachten en dat ook later, bijvoorbeeld een tuchtrechter, goed kan worden vastgesteld wat de afspraken waren en wat daaruit aan verwachtingen en verplichtingen voortvloeit.
In kantoorbezoeken komen we zeer regelmatig tegen, dat advocaten opdrachten niet bevestigen of veel te summier. Vooral ook wanneer het een lang bestaande cliënt is, die met opvolgende zaken komt. Toch is mijn advies om ook in die gevallen helder te verwoorden wat de bestaande cliënt in bepaalde gevallen kan verwachten en waar de opdracht precies op doelt. Wees daar volstrekt helder en transparant in. In het komende jaar krijgt die opdrachtbevestiging vanuit het dekenberaad nog extra aandacht en u bent bij deze dus een gewaarschuwd advocaat. Die telt voor twee.
U denkt na dit betoog dat het lijkt op een cursus waarvoor u vast en zeker een PO-punt kunt noteren. Ik zou u dat van harte gunnen, maar ben hier slechts 10 minuten aan het woord geweest en dat is veel te weinig voor toekenning van een PO-punt. Desalniettemin hoop ik, dat ik uw kennis enigszins heb kunnen verrijken en ik dank u voor de aandacht.
T.J. Roest Crollius