banner728x90def
Ordenieuws

Dekenrede Jaarvergadering 31 maart 2017

Welkom dames en heren baliegenoten,

  1. Alvorens ik u meeneem in enige bespiegelingen over de advocatuur anno 2017, wil ik met u stilstaan bij het overlijden van Monique Vreeburg. Monique is dertig jaar advocaat geweest, eerst bij Houthoff Buruma en de laatste vijf jaar bij Van Benthem & Keulen. Zij hield zich bezig met ondernemingsrecht in brede zin en kenmerkte zich door een enorme betrokkenheid bij haar cliënten en een hoog energieniveau. Een ernstige ziekte openbaarde zich in de tweede helft van 2015. Monique was genoodzaakt haar praktijk neer te leggen. Zij heeft nog een jaar kunnen genieten van haar grote hobby de dressuurpaarden, maar is uiteindelijk overleden op 30 december 2016. Zij was 53 jaar. Met het overlijden van Monique heeft de balie een uitstekend advocaat verloren en bovenal een bijzonder mens. Ik verzoek u te gaan staan en één minuut stilte in acht te nemen.

Uw orde in beweging

  1. Het advocatuurlijke landschap zag er elf jaar geleden, toen ik in de Raad van Toezicht kwam, tamelijk rustig en gemoedelijk uit. Er waren incidenten. Zeker. Er waren querulanten. Zeker. Maar die zijn opgelost of uit de balie gezet en dat gaf weer een rustig overzichtelijk geheel.Hoe anders is dat nu? We kennen inmiddels de politiek. Binnen politiek Den Haag wordt ongekend kritisch en wantrouwend naar de advocatuur gekeken. Graaiers, geheimhouders en ze keuren ook nog het eigen vlees. Dat kan toch niet?!
  1. Per 1 januari 2015 kennen we de veranderde advocatenwet en de nieuwe verordening op de advocatuur. We hebben het toezicht en het tuchtrecht daarbij binnen de advocatuur kunnen houden. Maar de Deken is wel een sterkere toezichthouder geworden en heeft daarbij AWB-bevoegdheden gekregen en ook taken in het kader van de WWFT. Het is een stap naar verdere professionalisering van de rol van de Deken.
  1. Die verandering merk je in de praktijk. De bestuursrechtelijke waarborgen zijn zeer terecht en belangrijk, maar ze leggen het optreden van een toezichthouder en dus ook de Deken meer onder een vergrootglas. Dat maakt het toezicht houden niet eenvoudiger.
  1. De rol van de Deken wordt ook specialistischer. Dat komt door de problematiek rond de WWFT. Dat komt door het feit dat de tuchtrechter ook steeds meer gaat toetsen op de kwaliteit van de dienstverlening. En het komt ook door de manieren waarop de advocatuur wordt bedreven anno 2017. Steeds meer diversiteit; steeds weer nieuwe paden. Denkt u aan detacheren, flexibele schil, samenwerkingsverbanden, combi-functies en deeltijdadvocatuur. We hebben ook een hele andere uitingsvorm en processen van acquisitie waarbij we gebruik maken van wervende sites, digitale wereld, crowdfunding en collectieve acties. Het advocatuurlijke landschap lijkt in de verste verte niet meer op dat van 11 jaar geleden toen ik in de Raad van Toezicht kwam. En de ontwikkelingen gaan steeds verder en steeds sneller.
  1. Dat veranderende landschap zien we niet alleen binnen de advocatuur. Ook om ons heen zijn ontwikkelingen. Denk bijvoorbeeld aan het digitaal procederen binnen KEI. Denk aan het Openbaar Ministerie dat via het project ZSM steeds sneller tot afdoening van zaken overgaat en ook steeds meer gebruik maakt van een strafbeschikking in plaats van de klassieke politierechterzitting. En denk ook aan de herijking van de gedragsregels waar antwoord moet worden gevonden op de vraag of de uitleg van de gedragsregels aanpassing behoeft aan de normen en waarden binnen onze beroepsgroep in 2017.De vraag die dan steeds opdoemt is: Zijn we nog wel onderscheidend ten opzichte van andere beroepen en hoe houden we dat onderscheidend karakter kenbaar. Wat dat betreft mag u als advocaat of als kantoor niet stilzitten. In de snelle ontwikkelingen van deze tijd betekent stilstand achteruitgang. Van iedere advocaat en ieder kantoor wordt creativiteit verwacht om zich te onderscheiden van niet alleen andere advocaten, maar zeker ook andere juridische dienstverleners.

    Dat onderscheidend karakter kunnen we vormgeven aan de hand van onze kernwaarden, nu ook gecodificeerd in de advocatenwet. We zijn integer, we zijn onafhankelijk, we zijn deskundig, we zijn partijdig en we gaan vertrouwelijk met de zaken en de cliënten om. Het zijn maar vijf begrippen, maar ze geven wel aan waarin de advocaat zich onderscheidt van andere dienstverleners en wat ons ambt derhalve zo uniek maakt. Ik roep u op die kernwaarden duidelijk uit te dragen. Daarmee laten we namelijk zien dat we een mooi vak hebben en dat een rechtszoekende tot een advocaat moet wenden.

Kan de Deken de ontwikkelingen bijhouden?

  1. Jazeker, maar niet altijd even eenvoudig. Vaak kom je ogen tekort. Soms ontbreekt het aan slagkracht. Soms ook is het ondoenlijk de aandacht juist te verdelen.Maar de kracht van het toezicht binnen de advocatuur is toch dat er een goed en scherp toezichtsinstrumentarium staat waarbinnen de vertrouwelijkheid op alle fronten gewaarborgd is. Geen overheidsbemoeienis en geen overheidscontrole. Dat moeten we zo houden want wanneer daarin een opening wordt geboden, dan is het hek van de dam. Kijkt u naar de actuele ontwikkeling om de geheimhouding van fiscale advocaten in te perken. Dat is niet goed. Dan ben je als overheid té nieuwsgierig en betreed je terreinen waar je weg moet blijven.
  1. Dat de overheid steeds pogingen blijft ondernemen om tot ons ambt door te dringen en er grip/controle op te krijgen, blijkt ook uit een bericht van gisteren: het onzalige idee van de AFM om vergunningen noodzakelijk te achten voor advocaten die incasso’s doen. Poging om het overheidstoezicht ook op advocatuur te verstevigen.
  1. Over een paar jaar wordt de nieuwe Advocatenwet en het intern toezicht door politiek Den Haag geëvalueerd. Dat wordt een spannende exercitie. Ik ben er van overtuigd dat we het toezicht goed hebben staan en dat we de politiek weten te overtuigen dat het huidige systeem door kan gaan. Daar werken alle Dekens en ik denk ook mijn opvolger hard aan.

Einde van het Dekenaat

  1. De afgelopen drie jaar en drie maanden heb ik de Deken mogen zijn van deze mooie lokale balie. Een vertrekkend Deken wil dan wel even terug kijken. Dat concentreert zich wat mij betreft op twee kernvragen.
  1. Was het Dekenaat leuk?
    Jazeker!
    – De diversiteit aan onderwerpen waar een Deken mee in aanraking komt is uitermate boeiend.
    – De contacten met de andere Dekens, de mensen van de NOVA, de president van de Rechtbank en de hoofdofficier zijn waardevol.
    – De vergaderingen van de lokale Raad van de Orde en de band die je opbouwt met de leden daarvan zijn effectief en vooral ook gezellig.
    – De vele kantoorbezoeken, bemiddelingen en besprekingen zijn bijna allemaal leuk en leerzaam.
    – En de vele uren die ik op het Ordebureau heb doorgebracht waren zonder meer plezierig.
    – En zo weet je je als Deken omgeven met mensen die ook een orde-hart hebben en samen trachten we het belang van de advocatuur te dienen.
  1. Heeft het Dekenaat ook impact?
    Jazeker! Impact voor de Balie en ook impact voor de Deken zelf.
    – De impact voor de Balie blijkt uit het feit dat de functie van de Deken er toe doet. Het is een groot goed dat we als advocaten een Deken kunnen benaderen die conflicten kan oplossen, dilemma’s kan aanhoren en er over kan sparren, advies kan geven en ook hier en daar een knoop voor iemand kan doorhakken. En een Deken kan dat omdat die op een neutrale wijze de problematiek benadert, zonder zelf onderdeel van het probleem te worden. Een dergelijke functie is binnen onze beroepsgroep zeer waardevol en dienen we te koesteren.
    – Het Dekenaat heeft ook impact voor de Deken zelf. Dat heb ik aan den lijve ondervonden. 22 jaar lang werkend bij één en hetzelfde kantoor bleek toch wel te hebben geleid tot wat we in strafzaken noemen een tunnelvisie. Ik kende één smaak advocatuur en dat was ook de lekkerste smaak.
    Als Deken echter kom je in aanraking met zo veel andere kantoren en advocaten en werkwijzen en processen, dat je al heel snel doorhebt dat er heel veel verschillende snoepjes zijn met heel veel verschillende smaken. Dat maakt de advocatuur ook mooi.
    Het heeft mij er toe gebracht om de lekkerste snoepjes er uit te kiezen en aan de hand daarvan een nieuw kantoor te stichten; samen met Leen de Jong, Geerte Rolle en Joni van Elk. Een dergelijke stap geeft een enorme boost en dat maakt het na ruim 3 jaar een stuk makkelijker om straks de sleutel van het Ordebureau over te dragen aan mijn opvolger en mij maandag om 9 uur gewoon weer te melden op kantoor.

Ik dank u voor de aandacht.

Tonco Roest Crollius