Sinds augustus 2012 zit ik al bij Starmans en Lamers en behandel ik bijna alleen maar strafzaken. Het hebben van een strafpraktijk zorgt ervoor dat ik bijna nooit een hele dag op kantoor zit (vandaag toevallig een uitzondering). Veel zittingen, getuigenverhoren, verhoren van je eigen cliënt bij politie of Rijksrecherche, bezoeken aan gedetineerde cliënten in het HvB of de gevangenis; het zorgt er allemaal voor dat ik mijn “georganiseerde chaos” kan verlaten.
Al is het geen straf om hier te zitten. Ik heb een ruime kamer (ruim 15m2) in mijn eentje. De lunchtafel staat ook in mijn kamer en die wordt af en toe ook als spreekkamer gebruikt. Onze secretaresse zit meestal met een student-stagiaire in de ruimte links naast mij, en kantoorgenoot Lamers rechts van mij. Alleen Starmans zit in zijn eentje in de noordvleugel van kantoor.
In mijn hoofd is het tamelijk overzichtelijk: de zaken die mijn aandacht nodig hebben of op mijn to do-list staan, liggen dichtbij op mijn bureau. Iets minder nijpende kwesties, maar waar ik wel een oogje in het zeil moet houden, liggen op de kast links van mij. Of eventueel binnen een rol-afstand van mijn bureaustoel. Tegenwoordig ontvangen advocaten in strafzaken de dossiers vaak digitaal. Het is wat praktischer en overzichtelijker, maar de stapels gele dossiers op en rond mijn bureau hebben ook zo hun charme.
Aan de muur voor mij hangt een gigantische poster met daarop een overzicht van een lopende strafzaak; deze is ongeveer 1,5 meter hoog en 4 meter breed. Ik weet niet of het primaire doel van de OvJ was om mij inspiratie te geven voor de verdediging in deze zaak, maar het helpt zeker!