banner728x90def
Nu ik dan peremptoir ben gesteld

Nu ik dan peremptoir ben gesteld: Mijke van den Brand

Levenslessen

foto peremptoir Mw Van den BrandToen ik net kwam kijken in de advocatuur in 1998, was alles nieuw voor me. Voor mijn gevoel werd ik van de ene op de andere dag ineens geacht anderen, cliënten, te adviseren wat wel en wat niet te doen, terwijl ik de dag ervoor nog in het café stond. En die cliënten waren zonder uitzondering ouder en hadden meer levenservaring. Het was Grotemensenwerk.
Ik was dan ook druk met het observeren van collega’s, hoe deden zij dat?
Er was nog geen e-mailverkeer met cliënten. Het contact was formeler van toon en adviezen werden in de regel schriftelijk gegeven, per post op van dat crèmekleurige zware briefpapier. Ik hoorde in die tijd het adagium “je cliënt is je ergste vijand”. Advocaten onder elkaar, iedereen had wel een voorbeeld. Er werd bij gelachen, maar de ernst van de boodschap ontging mij niet. En tegen mij, de nieuweling, werd gezegd ‘dit mogen cliënten natuurlijk nooit horen’. Ik was op zoek naar zekerheden en knoopte deze les in mijn oren.

Terwijl als ik nu nadenk over mijn werk, ik het contact met de cliënt zo ongeveer de leukste bijvangst vind van de dagelijkse praktijk. Aan een zaak die juridisch gezien niet zo spannend is, kan ik toch met plezier werken als het contact met de cliënt leuk is. En die mooie complexe uitpluiskwestie geeft niet gegarandeerd het verwachte werkplezier als de samenwerking met de cliënt moeizaam verloopt.

Het zal bij andere rechtsgebieden misschien niet anders zijn, maar in het arbeidsrecht – mijn praktijk – wordt het bij het bespreken van een zaak vrij snel persoonlijk, want wat is normaal of acceptabel? En waar ligt de grens? En al gauw ligt dan op tafel hoe je zelf in het leven staat. Het maakt daarbij niet uit of ik een werkgever of werknemer bijsta. Soms krijgt de bespreking van een zaak een filosofische wending. Het gebeurt meer dan eens dat dan een levensles gedeeld wordt.

Zo vertelde een cliënt mij dat hij van zijn vader geleerd had: “Alleen ga je sneller, samen kom je verder”. Met onze solistische wijze van werken in de advocatuur, probeer ik dat in het vizier te houden.
Een ander, uit het zuiden des lands, vertelde mij zijn kinderen bij te brengen: “Hard werken verslaat talent, als talent niet hard werkt.” PSV heeft dit credo in haar trainingscomplex groot op de muur staan.
De uitdrukking van een cliënte “het is kiezen tussen de eer en de macht in het zakenleven” kwam ter sprake bij haar scherpe analyse van haar opponent, een mannetjesputter die zich duidelijk graag in de spotlight positioneerde, maar die feitelijk niet veel voor elkaar kreeg op de werkvloer. Toen ik vroeg wat ze bedoelde, zei ze: degene in de schijnwerpers ontvangt het applaus, de champagne en de eer. Maar de macht ligt bij degene die in de luwte blijft. Die kan ongemerkt, omdat er geen ogen op hem of haar gericht zijn, aan de touwtjes trekken en daardoor het spel bepalen.
En zo leer ik elke dag.

Er is wel een levensles die ik weiger te accepteren, namelijk “komt tijd, komt raad”.
Dan kan ik m’n praktijk wel sluiten.

Mijke van den Brand stelt Christiaan Viëtor uit Utrecht peremptoir.