banner728x90def
Wist u dat?

Gedragsregel 26 en 27 nader uitgelegd

Op het Ordebureau ontvangen wij geregeld vragen van advocaten over dilemma’s waarin zij zich in hun praktijk voor gesteld zien. Hoe dient een gedragsregel in een specifiek geval uitgelegd te worden? Hoe kan er in dat geval het beste gehandeld worden?

Zo ontvangen wij veel vragen over schikkingsonderhandelingen en vertrouwelijke mededelingen. Hoe zit dat ook al weer?

Hieronder volgt een korte richtlijn voor gedragsregel 27 en 26.

Wat zijn de verschillen?

Gedragsregel 27 houdt een absoluut verbod in om over de inhoud van gevoerde schikkingsonderhandelingen mededelingen te doen aan de rechter. Dit is alleen maar toegestaan, wanneer u daar toestemming van de advocaat van de wederpartij voor heeft. Wel mag u aan de rechter mededelen dat schikkingsonderhandelingen zijn gevoerd en dat deze niet zijn geslaagd. De regel ziet alleen op de inhoud van schikkingsonderhandelingen.

Doet u wel mededelingen over de inhoud van gevoerde schikkingsonderhandelingen en heeft u daar geen toestemming van de wederpartij voor, dan is dat zonder meer klachtwaardig, ook al vindt u dat dit in het belang van uw cliënt is. Het is ook niet zo dat de deken ‘vervangende’ toestemming kan geven voor het doen van mededelingen over de inhoud van schikkingsonderhandelingen.

De ratio van dit absolute verbod is dat advocaten vrijelijk moeten kunnen praten over een mogelijke regeling zonder dat hun cliënten daardoor in een zwakkere positie ten opzichte van de wederpartij terechtkomen in geval van een gang naar de rechter. Veelal brengen schikkingsonderhandelingen met zich mee dat standpunten worden verlaten en een vordering (gedeeltelijk) wordt weggegeven of erkend.

Gedragsregel 26 bepaalt dat op vertrouwelijke (voorheen confraternele) mededelingen in rechte geen beroep mag worden gedaan. Onder bepaalde cumulatieve voorwaarden mag u dit echter wel doen.

Allereerst moet het belang van de cliënt dit bepaaldelijk vorderen. Ten tweede moet u vooraf hierover overleg met de advocaat van de wederpartij hebben gehad. U hoeft dus geen toestemming te krijgen van de advocaat van de wederpartij. Ten derde en belangrijk om u te realiseren is dat u, wanneer dit overleg niet tot een oplossing heeft geleid en u besluit- omdat dit in het belang van uw client is- de vertrouwelijke mededelingen wel te delen met de rechter, eerst het advies van de deken dient in te winnen. Ook hier geldt dat het om een advies gaat, niet om toestemming. Wint u dit advies niet in, dan handelt u klachtwaardig.

Wees u er ook bewust van dat een tuchtrechter achteraf kan oordelen dat u wel klachtwaardig heeft gehandeld, omdat het belang van de cliënt het overleggen van vertrouwelijke mededelingen niet bepaaldelijk vordert. Overwegingen die daarbij een rol spelen zijn de noodzaak van het overleggen van de mededelingen en vooral ook beschikbare alternatieven voor het leveren van bewijs.

Wanneer is er nu sprake van schikkingsonderhandelingen en wanneer van vertrouwelijke mededelingen?

Mededelingen tussen advocaten zijn sinds de invoering van de gedragsregels 2018 niet meer vertrouwelijk. Deze zijn alleen dan vertrouwelijk indien u voorafgaand aan de mededelingen uitdrukkelijk met de andere advocaat heeft afgesproken dat de correspondentie tussen u een vertrouwelijk karakter zal hebben. Indien u dus wenst te bewerkstelligen dat uw correspondentie met een andere advocaat een vertrouwelijk karakter zal hebben dient u voorafgaand aan de verzending van de eerste mededeling expliciet mee te delen dat u uw mededelingen vertrouwelijk behandeld wenst te zien. De ontvanger van deze mededeling kan de vertrouwelijkheid van de mededelingen vervolgens bevestigen of afwijzen. Het enkele feit dat u bovenaan de correspondentie ‘persoonlijk en vertrouwelijk’ heeft gezet, maakt niet dat daarmee de correspondentie vertrouwelijk is.

Schikkingsonderhandelingen zien op het oplossen van een juridisch geschil. Er worden over en weer voorstellen gedaan en afgewezen en soms worden er ook voorwaarden aan de overeenstemming gesteld, zoals de voorwaarde dat een deelafspraak pas geldt als er over het geheel overeenstemming is bereikt.

Deze regel geldt dus niet voor het uitwisselen van standpunten.

Van schikkingsonderhandelingen is ook geen sprake wanneer er door aanbod en aanvaarding overeenstemming is bereikt of wanneer vorderingen onvoorwaardelijk erkend zijn. Indien u dus van oordeel bent dat er overeenstemming is, mag daar in rechte melding van gemaakt worden zonder toestemming van de advocaat van de wederpartij. Voor wilsovereenstemming gelden dan de normale regels van het bewijsrecht. Bedenk daarbij wel dat u alleen de passages uit de correspondentie inbrengt die strikt noodzakelijk zijn om de overeenkomst te onderbouwen.
De vraag wat objectief gezien wel of niet inhoud van schikkingsonderhandelingen is soms lastig te beantwoorden en zal uiteindelijk alleen beantwoord kunnen worden door de tuchtrechter, niet door de deken. Het is aan u om het risico in te schatten van het wel of niet overtreden van de gedragsregel. De deken kan u daarover wel adviseren. Tot slot is het wenselijk de overwegingen voor het wel overleggen van de stukken voor u zelf in het dossier vast te leggen en met uw cliënt te bespreken dat dit speelt.

Mocht u in een voorkomend geval twijfelen wat te doen, neemt u dan gerust contact op voor advies. Het Ordebureau is dagelijks bereikbaar van 9.30 tot 12.30 uur en van 13.30 tot 16.30 uur op 030-2343819. Ook kunt u via het besloten gedeelte van onze website www.advocatenordemn.nl met uw advocatenpas een webformulier voor advies indienen.  Wij helpen u graag!