Het broedseizoen is aangebroken,
De vogels fluiten, de natuur is in bloei,
Maar in de verte klinkt een roep,
Van de advocaat-stagiaire, die zich voorbereidt op de groei.
Met wetboeken en dossiers in de hand,
Zoekt de stagiaire naar wijsheid in een zee van recht,
De ogen glinsteren, een beetje verwilderd,
Zoals een vogel die zijn nest zoekt in de lucht, heel echt.
De vogel probeert zijn nest te beschermen,
De stagiaire een plekje in de wet,
Beiden in een seizoen van groei en verandering,
Waar hun toekomst zich vormt, nog onbekend, maar aan zet.
Een nest is meer dan takken,
meer dan pennen, wetten en taal,
‘t is een plaats waar men kan groeien,
onder ‘t oog van ‘t tribunaal.
De vogels leren hun lied in de lucht,
De stagiaire schrijft zijn pleitnota’s vol gedicht,
Beiden op zoek naar hun plek in de wereld,
Met hoop in hun hart, richting het licht.
