banner728x90def
Wist u dat?

Gedragsregel 21 nader uitgelegd

Op het Ordebureau ontvangen wij geregeld vragen van advocaten over dilemma’s waarin zij zich in hun praktijk voor gesteld zien. Hoe dient een gedragsregel in een specifiek geval uitgelegd te worden? Hoe kan er in dat geval het beste gehandeld worden?

Zo ontvangen wij veel vragen over het doen van mededelingen aan de rechter. Hoe zit dat ook al weer?

Hieronder volgt een korte uiteenzetting over gedragsregel 21.

 

Gelijktijdige toezending (lid 1)

Uitgangspunt is dat het niet geoorloofd is u in een aanhangig geding anders dan tezamen met de advocaat van de wederpartij tot de rechter te wenden aan wiens oordeel een zaak is onderworpen, tenzij schriftelijk en met gelijktijdige toezending van een afschrift van de mededeling aan de advocaat van de wederpartij.

Deze regel geldt alleen in de situatie waarin beide procespartijen door een advocaat worden bijgestaan.

Indien de mededeling aan de rechter via een technische voorziening gelijktijdig voor de advocaat van de wederpartij beschikbaar wordt, zoals het uploaden van stukken in een digitale omgeving, wordt voldaan aan de informatieplicht aan de advocaat van de wederpartij en is een afzonderlijke mededeling aan de advocaat van de wederpartij dus niet nodig.

Wat is dan gelijktijdige toezending? Van gelijktijdige toezending is geen sprake wanneer hier langere tijd tussen zit. Zeker wanneer het gaat om het verzenden van berichten via e-mail waarbij de gelijktijdige verzending middels een CC eenvoudig te realiseren is, zal het een half uur later verzenden van het bericht al gauw als klachtwaardig worden geoordeeld. Voor toezending van berichten per post zal die marge uiteraard wat ruimer zijn.

Hoewel het haast een natuurlijk mechanisme is om berichten aan de rechtbank ook toe te zenden aan de advocaat wederpartij, is het dus goed u er elke keer weer van te vergewissen dat dit gelijktijdig gebeurt.

 

Napleiten (lid 3)

Gedragsregel 21 lid 3 bepaalt dat het een advocaat niet geoorloofd is om zich zonder toestemming van de wederpartij tot de rechter te wenden nadat de uitspraak is bepaald. Hiermee wordt voorkomen dat een partij nog een poging doet om de rechter te beïnvloeden als de uitwisseling van de wederzijdse standpunten is afgerond.

Het is dus niet toegestaan na te pleiten; dit is het aanvoeren van nieuwe argumenten nadat de behandeling van de zaak is gesloten.

Wanneer u nadat de uitspraak is bepaald, nog nadere informatie zou willen sturen aan de rechter dient u daarvoor dus toestemming van de advocaat van de wederpartij te vragen en te krijgen. Vraagt u geen toestemming of krijgt u geen toestemming van de advocaat wederpartij, en stuurt u de nadere informatie wel toe aan de rechter, dan handelt u zonder meer klachtwaardig.

De omstandigheid dat u zich na de zitting realiseert dat een stelling van de wederpartij onjuist is, dan wel met nieuwe informatie weerlegd kan worden, is geenszins een rechtvaardiging om vervolgens de rechter zonder toestemming van de advocaat wederpartij te benaderen. Het debat wordt gevoerd op de zitting en niet achteraf. Ook het melden aan de rechter dat de advocaat wederpartij geen toestemming geeft is geen rechtvaardiging voor napleiten.

Volgens vaste jurisprudentie van het Hof van Discipline is het wel toegestaan om nadat uitspraak is bepaald de rechter te benaderen met een processueel verzoek, zoals bijvoorbeeld aanpassing/ aanvulling van een proces-verbaal van de zitting, heropening van de procedure door het (opnieuw) houden van een mondelinge behandeling, verzoek om toezending van stukken etc.. Toestemming van de wederpartij is daarvoor in beginsel niet nodig. Let wel, ook bij een processueel verzoek mag niets over de inhoud van de zaak of de aard en inhoud van de toe te zenden stukken medegedeeld worden. Dat is namelijk napleiten.

De deken kan niet vaststellen of er sprake is van napleiten, noch kan de deken daarin bemiddelen of vervangende toestemming geven. Realiseer u dat een advocaat zich bij het niet verlenen van toestemming namelijk ook laat leiden door het belang van zijn cliënt en niet verplicht is om toestemming te geven. De deken kan wel advies geven.

Mocht u dus in een voorkomend geval twijfelen wat te doen, neemt u dan gerust contact op voor advies. Het Ordebureau is dagelijks bereikbaar van 9.30 tot 12.30 uur en van 13.30 tot 16.30 uur op 030-2343819. Ook kunt u via het besloten gedeelte van onze website www.advocatenordemn.nl met uw advocatenpas een webformulier voor advies indienen. Wij helpen u graag!