Onze redactie interviewde de in Utrecht woonachtige advocaat, Len Huard. Len is naast advocaat voorzitter van de Nederlandse Boksbond. Wij vroegen hem naar de gelijkenissen tussen het pleiten bij de rechtbank en het boksen in de ring.
Len meent dat wij advocaten ook profijt kunnen hebben van de het fenomeen boksen:
“De spanning die ik heb ervaren voor een wedstrijd is eenzelfde soort spanning – maar dan in mindere mate – als voor mijn eerste zittingen. Ook dan moet je je emoties onder controle zien te krijgen en ontspannen. Bij boksen leer je hoe je spanning moet omzetten in actie: blijven ademen, vertrouwen op je voorbereiding én in jezelf. Focus is ook cruciaal; richt je op wat er moet gebeuren in plaats van op gedachten die voorbijkomen.”
Deze spanning is dus te vergelijken met het de spanning die wij voelen voordat wij de zittingszaal ingaan voor het bepleiten van de zaak van onze cliënten. Ook het solo aspect binnen het boksen vertoont veel gelijkenissen met ons vak als advocaat. Daar waar veel sporten een team effort zijn, ben je bij het boksen uiteindelijk vooral op jezelf aangewezen. Zo ook binnen ons vak als advocaat. Wij staan vaak als spreekbuis voor onze cliënten bij de rechtbank waarbij onze daadkracht, intonatie en inzet van grootte waarde kunnen zijn bij het al dan niet winnen van de zaak.
Tot slot is het strategisch denken binnen het boksen ook een veelgebruikte skill die binnen de advocatuur ook goed van pas komt. Je gaat namelijk de confrontatie aan met een tegenstander en die heeft een eigen aanvalsplan. Bedenken wat de tegenstander als volgende stoot gaat geven staat gelijk aan het anticiperen op argumenten van de wederpartij zodat je kunt pareren én op het juiste moment een mooie linkerhoek kan verkopen. Volgens Len hebben boksen en de advocatuur met elkaar gemeen dat je niet half werk kunt leveren en dat je te maken hebt met een tegenstander en spelregels. Al met al kunnen we stellen dat de advocatuur ook een (top)sport op zichzelf is. Let’s get ready to rumble!